X bv doet in oktober 2015 BPM-aangifte voor een kampeerauto, die op dat moment nog geen elf maanden oud is en een km-stand heeft van 27.856. De aangifte is gebaseerd op een taxatierapport van een deskundige. Voor de afschrijving is aangesloten bij die van een gesloten bestelauto met dezelfde kenmerken, behoudens de recreatieve voorzieningen en conform een schadecalculatie. De inspecteur bepaalt de afschrijving aan de hand van de forfaitaire tabel en legt een naheffingsaanslag op.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat een gelijksoortige gesloten bestelauto met 27.000 km op de teller intensiever is gebruikt dan de onderhavige kampeerauto. De inspecteur maakt dus aannemelijk dat het taxatierapport van X bv niet kan dienen ter onderbouwing van het afschrijvingspercentage. Het voorstel van de inspecteur om de schade in mindering te brengen op de waarde die voortvloeit uit toepassing van de forfaitaire tabel, wordt echter niet gevolgd. Het is namelijk niet de bedoeling van de wetgever om twee verschillende afschrijvingsmethodes te combineren. In goede justitie wordt de aanslag verminderd tot € 727. De inspecteur wordt veroordeeld in de kosten die X bv in bezwaar en beroep redelijkerwijs heeft moeten maken (€ 1.483). Het verweerschrift is namelijk pas op de elfde dag voor de zitting ingediend, waardoor X bv extra kosten heeft moeten maken. Voorts is een andere zaak (zie 16/1957) inhoudelijk niet samenhangend.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 26 april