Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op voorkoming van dubbele belasting voor het inkomen dat is toe te rekenen aan Duitsland.

X heeft de Nederlandse nationaliteit en is in dienst van de Belastingdienst. Vanwege privéredenen verhuist zij naar Duitsland. X werkt één dag per week thuis in Duitsland. Daarnaast verricht X voor haar werkgever ook werkzaamheden op andere locaties buiten Nederland, vooral in Duitsland. 22% van haar werkzaamheden verricht X buiten Nederland. In haar aangifte inkomstenbelasting claimt X voorkoming van dubbele belasting ter zake van het inkomen dat is toe te rekenen aan de uren die zij werkzaam is in Duitsland op basis van artikel 18 lid 1 onderdeel b, belastingverdrag Nederland-Duitsland. De inspecteur stelt dat de verdragsbepaling niet bedoeld is voor de situatie van X, maar alleen van toepassing is voor lokaal aangeworven personeel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op voorkoming van dubbele belasting ter zake van de buiten Nederland gewerkte uren. Op basis van de letterlijke tekst van art. 18 lid 1 onderdeel b van het belastingverdrag heeft X recht op voorkoming van dubbele belasting. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 18

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 20 juli

112

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen