Rechtbank Gelderland oordeelt dat de aanslag OZB 2018 niet in strijd met de vaststellingsovereenkomst is opgelegd en dat de mededelingsplicht niet is geschonden, gelet op de onderzoeksplicht van de professioneel gemachtigde.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van een dijkwoning. In geschil is of de aanslag OZB 2018 terecht aan belanghebbende is opgelegd. Meer in het bijzonder zijn in geschil: (i) de objectaanduiding; (ii) of de aanslag OZB 2018 in strijd met de vaststellingsovereenkomst (vso) is opgelegd; en (iii) of de mededelingsplicht is geschonden.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de fout in de objectaanduiding door de heffingsambtenaar niet ongeoorloofd is, aangezien deze aanduiding in dit geval redelijkerwijs niet tot misverstanden kan leiden. De heffingsambtenaar heeft met het opleggen van de aanslag OZB 2018 niet in strijd met de vso gehandeld. De omstandigheid dat de invorderingsambtenaar geen mededeling heeft gedaan over de bevoegdheid van de heffingsambtenaar om na het sluiten van de vso over 2018 nog een aanslag OZB op te leggen, is geen schending van de mededelingsplicht. De professioneel gemachtigde, die de vso namens belanghebbende heeft gesloten, had hierin een onderzoeksplicht.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 900

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Verbintenissenrecht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 20 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen