Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de Middelburgse reclamebelasting leidt tot een willekeurige heffing nu een substantieel van de openbare aankondigingen in het centrum buiten de heffing blijft.

Belanghebbende, X bv, heeft twee winkels in het centrum van Middelburg. De gemeente Middelburg legt aan X bv een aanslag reclamebelasting op die betrekking heeft op gevelborden, vlaggen en uithangborden die zijn bevestigd aan de gevel van haar bedrijfspanden. X bv is het niet eens met de aanslag en voert als argument aan dat in strijd met het gelijkheidsbeginsel veel openbare aankondigingen door heffingsambtenaar van de gemeente buiten de heffing worden gelaten omdat deze niet in de tarieventabel worden genoemd.

Hof 's-Gravenhage sluit zich aan bij het oordeel van Rechtbank Middelburg dat de Middelburgse reclamebelasting leidt tot een willekeurige heffing nu een substantieel van de openbare aankondigingen in het centrum door de gemeente buiten de heffing wordt gelaten. De gemeente kan op basis van haar tarieventabel geen aanslagen opleggen voor uitingen op winkelruiten en etalages en dit is volgens het hof in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De heffingsambtenaar wijst als rechtvaardiging hiervoor op de hoogte van de perceptiekosten en het welstandsbeleid van de gemeente Middelburg, maar dit is tevergeefs. Het hof overweegt dat de heffingsambtenaar desgevraagd niet kan aangegeven met welk bedrag de perceptiekosten zouden stijgen als alle openbare aankondigingen in de heffing betrokken zouden worden. Verder is van belang dat de gemeente vanaf 2010 wel alle aankondigingen aanslaat. Noch het welstandsbeleid noch de hoogte van de perceptiekosten hebben de gemeente hiervan kennelijk kunnen weerhouden. Het hof verklaart het hoger beroep van de gemeente ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Gravenhage

4

Gerelateerde artikelen