Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is niet van mening dat de huurprijzen van de huishoudens, van wie in de jaren 2013 tot en met 2015 op aanvraag van verhuurders een inkomenscategorie is verstrekt, moeten terugkeren naar het niveau van 2012 gecorrigeerd voor inflatie en met de wettelijke huurstijgingen ná 1 april 2016. Dat antwoordt zij op Kamervragen van de leden Beckerman en Leijten (beiden SP) over de schadevergoeding van de Belastingdienst in verband met de inkomensafhankelijke huurverhoging.
De minister is primair van mening dat de inkomensafhankelijke huurverhogingen van 2013 tot en met 2015 niet onrechtmatig zijn. De Minister van Financiën is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van Rechtbank Den Haag van 26 april 2018 (V-N 2018/38.25). Zelfs al zouden de inkomensafhankelijke (hogere) huurverhogingen van de jaren 2013 tot en met 2015 niet rechtsgeldig overeengekomen zijn, dan nog zouden die huurverhogingen ten hoogste teruggebracht kunnen worden tot het niveau dat was toegestaan zonder over inkomenscategorie van huurdershuishoudens te beschikken, te weten inflatie + 1,5 procentpunt. De minister ziet geen aanleiding om met betrokkenen en de Woonbond in gesprek te gaan.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Editie: 21 augustus