Rechtbank Den Haag handhaaft de aan X bv opgelegde naheffingsaanslagen loonheffingen wegens correctie fictief loon.

Belanghebbende, X bv, is bestuurder en aandeelhoudster van een werkmaatschappij. A is dga en enig werknemer van X bv. A ontvangt van X bv € 25.369 in het jaar 2014 en € 25.223 in het jaar 2015 als loon. Naar aanleiding van de uitkomsten van een bij X bv ingesteld boekenonderzoek legt de inspecteur X bv naheffingsaanslagen loonheffingen op. Daarbij is het door A genoten loon voor de jaren 2014 en 2015 vastgesteld op € 44.000. X bv komt in beroep. Volgens X bv moet een lager loon worden vastgesteld omdat de werkzaamheden van A vergelijkbaar zijn met die van een in deeltijd werkende management assistent.

Volgens Rechtbank Den Haag slaagt X bv er niet in aannemelijk te maken dat de aard van de (bestuurders)werkzaamheden van A in de desbetreffende jaren vergelijkbaar zijn met die van een managementassistent. Vooral niet nu A vanuit X bv naast haar werkzaamheden voor de werkmaatschappij ook activiteiten heeft verricht voor een Hongaarse onderneming waarin X bv heeft geïnvesteerd. Er is geen reden om het normbedrag van het gebruikelijk loon met een deeltijdfactor te verminderen. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen