De VPB-aanslag 2013 van X bv wordt, na verliesverrekening, op 19 augustus 2017 vastgesteld op € 229.189. Bij het opleggen van de aanslag wordt de aangifte gecorrigeerd tot een bedrag van € 701.130. X bv heeft namelijk ten onrechte een vordering van € 701.130 van een 100% deelneming afgewaardeerd van de winst. De beschikking belastingrente wordt vastgesteld op € 12.387. Vervolgens wordt op 16 september 2017 een carryback-beschikking afgegeven, in verband met verrekening van een deel van het verlies van 2014, voor een bedrag van € 229.189. Het belastbaar bedrag in 2013 is als gevolg daarvan nihil. X bv is het niet eens met de in rekening gebrachte belastingrente. X bv stelt daarbij dat de verrekenbare verliezen in opvolgende jaren reeds vóór de vaststelling van het belastbaar bedrag 2013 bekend waren en er dus, door de carryback, in feite over 2013 geen belasting was verschuldigd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat terecht belastingrente in rekening is gebracht. Volgens de rechtbank kan de vermindering van een aanslag na verrekening van een verlies van een volgend jaar namelijk geen invloed hebben op de reeds vastgestelde belastingrente. Verder merkt de rechtbank nog op dat de belastingrente mede in rekening is gebracht omdat X bv ten onrechte een afwaardering in de aangifte 2013 in aanmerking had genomen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fe
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 21 augustus