Advocaat-generaal IJzerman is van mening dat het hof X nv als netbeheerder/economisch eigenaar terecht als belastingplichtige voor de precariobelasting heeft beschouwd.

Belanghebbende, X nv, is in 2011, als economisch eigenaar, netbeheerder van elektriciteitsleidingen. Juridisch eigenaar van de leidingen is een dochtervennootschap van X nv.

Op grond van art. 3 lid 1 van de verordening wordt precariobelasting geheven van – kort gezegd – degene die de voorwerpen heeft dan wel ten behoeve van wie de voorwerpen aanwezig zijn. Krachtens art. 3 lid 2 wordt in afwijking van lid 1 geheven van – kort gezegd – de vergunninghouder. X nv stelt dat de aanslag precariobelasting voor het leidingennetwerk ten onrechte aan haar is opgelegd. Volgens X nv is haar dochtervennootschap en vergunninghouder hier aan te merken als belastingplichtige.

Advocaat-generaal IJzerman is van mening dat het hof X nv als netbeheerder/economisch eigenaar terecht als belastingplichtige voor de precariobelasting heeft beschouwd. X nv stelt dat aan een rechtsvoorganger van haar dochtermaatschappij een vergunning is verleend en die vergunning op de dochtervennootschap is overgegaan. De A-G merkt op dat het op de weg van X nv, die zich beroept op de overgang van een (veronderstelde) vergunning, ligt om het oorspronkelijke bestaan van die vergunning en de feitelijke overgang van die vergunning aan haar dochtervennootschap aannemelijk te maken. De A-G kan zich vinden in het oordeel van het hof dat X nv niet nader heeft toegelicht en onderbouwd op welke grond de (veronderstelde) vergunning zou zijn overgegaan. De A-G adviseert de Hoge Raad de cassatieberoepen van X nv ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 21 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen