Rechtbank Zeeland-West-Brabant komt niet toe aan het behandelen van de inhoudelijke gronden tegen de MRB-naheffingsaanslagen en boeten. De beroepen inzake twee uitspraken op bezwaar zijn slechts gegrond, omdat ten onrechte voor de tweede maal op de bezwaren is beslist.

X is houder van een Ford Galaxy, waarvan het kenteken is geschorst. In 2018 zijn MRB-naheffingsaanslagen aan hem opgelegd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant (27 maart 2020, 19/2966, V-N 2020/24.26.28) vernietigde die aanslagen, omdat het betreffende parkeerterrein geen openbare weg was. In geschil zijn thans de aanslagen over de tijdvakken 26 april 2019 tot en met 25 januari 2021, alsmede de verzuimboeten. In maart 2021 gaat X hiertegen alsnog in bezwaar en er wordt verzocht om ambtshalve verminderingen. Volgens X is de auto in juni 2018 gestolen en is dit bij de RDW gemeld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant komt niet toe aan het behandelen van de inhoudelijke gronden, omdat de beroepen en bezwaren wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk zijn. De beroepen inzake twee uitspraken op bezwaar zijn slechts gegrond, omdat de inspecteur ten onrechte voor de tweede maal op de bezwaren heeft beslist. X krijgt hierdoor wel een griffierechtvergoeding van de inspecteur. Tegen het afwijzen van een verzoek om ambtshalve vermindering kan niet rechtstreeks beroep worden ingesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 65

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

9

Gerelateerde artikelen