Belanghebbende, X, drijft, in vof-verband, met zijn echtgenote een administratie- en belastingadvieskantoor. In 2010 verkoopt de vof (een deel van) haar cliëntenportefeuille en (een deel van) haar inventaris aan Q bv. Hierbij wordt onder andere overeengekomen dat X een tijdlang werkzaamheden voor Q bv zal blijven verrichten. Na de overdracht blijven dertien cliënten achter bij de vof. Ook zijn niet alle activa aan Q bv verkocht, zoals het gedeelte van het pand waarin het kantoor van de vof is gevestigd. Deze activa zijn vervolgens gebruikt voor de activiteiten van de vof. In geschil is of X zijn onderneming per 1 september 2010 heeft gestaakt.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de vof na de overdracht een onderneming is blijven drijven. Het hof verwerpt hierbij de stelling van de inspecteur dat geen rekening mag worden gehouden met de omzet die wordt gegenereerd met de werkzaamheden die voor Q bv worden verricht. Er is namelijk een nauw verband tussen (het overdragen deel van) de cliëntenportefeuille, de opbrengst van die portefeuille en het werk waarmee die omzet is gerealiseerd. Ook is volgens het hof niet van belang dat X zich er toe heeft verplicht om een aantal jaren binnen de onderneming van de koper te blijven werken. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 17 januari