Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in 2010 geen aftrekbare kosten in aanmerking heeft kunnen nemen omdat de onderneming van X al ultimo 2008 is gestaakt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Belanghebbende, X, hield zich in de vorm van een eenmanszaak bezig met het vervoer van auto's voor garages en/of de autohandel. De onderneming is gestaakt op 31 december 2008 en in 2009 zijn de laatste activa verkocht. In zijn aangifte IB/PVV 2010 claimt X een verlies uit onderneming van € 4972. In geschil is of de inspecteur dit terecht via navordering heeft gecorrigeerd.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 15 augustus 2017, 16/01494, V-N 2017/54.1.2) oordeelt dat X in 2010 geen aftrekbare kosten in aanmerking heeft kunnen nemen omdat de onderneming van X al ultimo 2008 is gestaakt. Dat X in 2010 heeft getracht om contacten met zijn cliënten te herstellen kan, nu gesteld noch gebleken is dat dat herstel van contacten is gelukt en heeft geleid tot (belaste) ondernemingsactiviteiten, niet leiden tot het oordeel dat er in 2010 nog of opnieuw sprake was van een door X gedreven onderneming, waarin kosten als negatieve winst in aanmerking konden worden genomen. Het hof verklaart het hoger beroep van X tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 1 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen