De Hoge Raad oordeelt dat uit de verklaring van de deskundige blijkt dat er onvoldoende inzicht is in de representativiteit van het in het Amerikaanse laboratorium beschikbare vergelijkingsmateriaal. Uit oogpunt van een behoorlijke rechtspleging mag de zaak na verwijzing niet door raadsheren worden gedaan die bij de eerste of de tweede uitspraak betrokken zijn geweest.
X Ltd doet aangifte voor het vrije verkeer van een partij knoflook. Bij de aangifte is een ‘certificate of origin’ gevoegd, waarin staat dat de knoflook van Pakistaanse oorsprong is. Uit onderzoek van een Amerikaans laboratorium zou echter blijken dat de knoflook vrijwel zeker afkomstig is uit China. De douane legt daarom voor de meer verschuldigde douanerechten een uitnodiging tot betaling op aan X Ltd. De onderzoeksresultaten van het Amerikaans laboratorium zijn niet openbaar. Op prejudiciële vragen van de Hoge Raad (12 juli 2013, nr. 12/02876, V-N 2013/34.7) antwoordt het Hof van Justitie EU (23 oktober 2014, nr. C-437/13, BNB 2015/26) dat het bewijsoordeel over het gebruik van niet-verifieerbaar bewijs een kwestie is van nationaal procesrecht. Het gebruik van dit bewijs is niet in strijd met art. 47 Handvest van de grondrechten van de EU, mits het gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel in acht worden genomen. Volgens de Hoge Raad (4 december 2015, nr. 12/02876, V-N 2015/64.9) is het oordeel van het hof over de betrouwbaarheid van de resultaten van het onderzoek van het Amerikaanse laboratorium onvoldoende gemotiveerd. De zaak wordt daarom terugverwezen. Het verwijzingshof kan gebruik maken van een deskundige. Hof Amsterdam oordeelt dat de Amerikaanse onderzoeksbevindingen betrouwbaar zijn en dat de inspecteur op basis daarvan in zijn bewijslast is geslaagd. X Ltd gaat weer in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat uit de verklaring van de deskundige blijkt dat er onvoldoende inzicht is in de representativiteit van het aldaar beschikbare vergelijkingsmateriaal zodat niet goed kan worden beoordeeld of de onderzoeksbevindingen van het Amerikaanse laboratorium juist of onjuist zijn. Gelet hierop is het oordeel van het hof dus onbegrijpelijk. Het beroep van X Ltd is gegrond. Uit oogpunt van een behoorlijke rechtspleging moet het hof deze zaak na verwijzing behandelen en beslissen in een volledig andere samenstelling, dat wil zeggen zonder raadsheren die bij de eerste of de tweede uitspraak betrokken zijn geweest.