Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar voorbij mocht gaan aan het hoorverzoek, omdat hij geheel aan het bezwaar van X tegemoet was gekomen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Rotterdam. X verzoekt om te worden gehoord. De heffingsambtenaar besluit de naheffingsaanslag te vernietigen en gaat voorbij aan het hoorverzoek van X. Verder weigert hij de gevraagde bezwaarkostenvergoeding. Rechtbank Rotterdam kent X alsnog een bezwaarkostenvergoeding toe rekening houdend met een wegingsfactor van 0,25 (zaak van zeer licht gewicht).

Hof Den Haag (MK I, 7 april 2017, BK-16/00399, V-N Vandaag 2017/1160) oordeelt dat de heffingsambtenaar voorbij mocht gaan aan het hoorverzoek, omdat hij geheel aan het bezwaar van X tegemoet was gekomen. Wel had de heffingsambtenaar een vergoeding van de kosten van bezwaar moeten toekennen, maar deze fout is al door de rechtbank hersteld. De rechtbank is daarbij terecht uitgegaan van een wegingsfactor 0,25 voor het gewicht van de zaak. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Algemene wet bestuursrecht 7:15 lid 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen