Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Duitsland in strijd met het EU-recht handelt. Voor btw-aftrek is in Duitsland namelijk vereist dat op de factuur het adres staat vermeld waar de opsteller van die factuur zijn economische activiteit uitoefent.

RGEX GmbH handelt in motorvoertuigen. In haar btw-aangifte 2008 claimt RGEX onder andere aftrek van circa € 2 mln aan btw-voorbelasting in verband met 122 van EXTEL GmbH afgenomen motorvoertuigen. De Duitse fiscus staat aftrek van de btw niet toe, omdat het op de facturen van EXTEL genoemde adres slechts een ‘brievenbusadres' is, en EXTEL op dat adres geen economische activiteiten ontplooit.

Igor Butin handelt in motorvoertuigen. De btw die Z aan hem in rekening brengt ter zake van de aankoop van een aantal voertuigen, wordt door Butin in zijn btw-aangifte in aftrek gebracht. Aangezien Z uitsluitend via internet handel drijft, vindt de levering van de voertuigen aan Butin plaats in de straat waar de zetel van Z is gevestigd, al drijft Z geen handel vanaf dat adres, of op openbare locaties, zoals stationspleinen. De Duitse fiscus staat aftrek van de btw niet toe, omdat het adres op de facturen een brievenbusadres is waar Z slechts de post ophaalt.

De Duitse rechter stelt prejudiciële vragen in beide zaken.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Duitsland voor aftrek van de btw-voorbelasting eist dat op de factuur het adres is vermeld van de plaats waar de opsteller van deze factuur zijn economische activiteit uitoefent. Het Hof van Justitie EU wijst er daarbij op dat de vermelding van het adres van de opsteller van de factuur, samen met zijn naam en btw-identificatienummer, tot doel heeft om de opsteller van de factuur te identificeren. Hierdoor is de Belastingdienst in staat om bepaalde controles uit te voeren.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 16 november

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen