De Staatssecretaris van Financiën antwoordt op vragen van het Tweede Kamerlid Leijten over de dividendbelasting. Het bedrag van 1,4 miljard euro dat steeds genoemd wordt als lastenverlichting is een netto-opbrengst.

Het bedrag van € 1,4 miljard dat steeds genoemd wordt als lastenverlichting voor de dividendbelasting is een netto-opbrengst. Dat heeft de Staatssecretaris van Financiën geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Leijten over de berekening van dit bedrag. Zij had nl. gesignaleerd dat de bedragen die in de financiële jaarverslagen van het Rijk als opbrengst van dividendbelasting vermeld worden, aanzienlijk hoger zijn (bijv. € 3,1 miljard in 2015 en € 3 miljard in 2016) dan het bedrag van € 1,4 miljard. De staatssecretaris stelt dat de bedragen uit de financiële jaarverslagen bruto-opbrengsten zijn. Het verschil tussen de bruto-opbrengst en de netto-opbrengst is de verrekening van de dividendbelasting door belastingplichtigen in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting.

Voor 2018 wordt voor de dividendbelasting een bruto-opbrengst van € 3,25 miljard geraamd (zie Miljoenennota 2018). Op basis van de gerealiseerde opbrengsten uit het verleden wordt geraamd dat 48% hiervan wordt verrekend in de IB en 9% in de Vpb. Dit leidt tot een geschatte verrekening van € 1,56 miljard in de IB en € 0,29 miljard in de Vpb. Er resteert dan een netto-opbrengst van € 1,4 miljard.

[Nieuwsbron][Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Dividendbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 16 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen