Belanghebbende woont in Nederland en wordt in 2006 door zijn werkgever (E bv) uitgezonden naar Kazachstan. Belanghebbende is van mening dat hij niet verzekerd is uit hoofde van de Nederlandse volksverzekeringen. Belanghebbende stelt hierbij dat E (een niet in de EU gevestigde dochtermaatschappij van E bv) zijn werkgever is en dat er derhalve niet of niet uitsluitend sprake is van een dienstbetrekking met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever.
Hof Amsterdam oordeelt dat belanghebbende in 2006 in dienstbetrekking werkzaam was voor E bv. Het hof acht daarbij van belang dat belanghebbende in zijn IB-aangifte 2006 E bv als zijn werkgever heeft vermeld. Verder wijst het hof er op dat – ook als er sprake zou zijn van een overeenkomst tussen belanghebbende en E – de arbeidsovereenkomst tussen belanghebbende en E bv in de arbeidsrelatie van belanghebbende steeds heeft geprevaleerd. Het gelijk is aan de inspecteur.