Bij een boekenonderzoek blijkt dat ondernemer, X, voor de jaren 2009 en 2010 voorbelasting heeft teruggevraagd en ontvangen. Omdat zijn computer in het jaar 2010 crashte, kan hij niet verklaren waarop die voorbelasting betrekking had. Over de jaren 2011 en 2012 heeft X valse facturen opgemaakt om daarmee voorbelasting terug te ontvangen. Over 2013 en 2014 is voorbelasting teruggevraagd, zonder onderbouwing met facturen. Gevolg zijn de in geschil zijnde naheffingsaanslagen omzetbelasting over de jaren 2009 en tot en met 2014 en een boetebeschikking. X komt uiteindelijk in hoger beroep.
Volgens Hof ’s-Hertogenbosch kan de inspecteur niet worden tegengeworpen dat hij eerder had moeten ingrijpen dan hij daadwerkelijk heeft gedaan. Partijen zijn het er in dat geval over eens dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Dat X niet in staat is de teveel teruggevraagde en ontvangen voorbelasting terug te betalen, is niet van invloed op de hoogte van de naheffingsaanslagen. De inspecteur heeft op de zitting verklaard dat de boetebeschikking vernietigd moet worden. In die zin is het hoger beroep gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 15 oktober