Rechtbank Overijssel stelt dat sprake is van een onevenredige wanverhouding tussen de naheffingsaanslag parkeerbelasting als preparatoire sanctie en de negatieve gevolgen van het te corrigeren bedrag voor de burger. De naheffingsaanslag moet verlaagd worden.

Belanghebbende parkeert haar auto om 14:10 uur en krijgt om 14:16 uur een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 67,30, waarvan € 65,30 als “sanctiebedrag” en € 2,- aan tariefkosten. Om 14:24 uur is voor belanghebbendes auto een bezoekersvergunning geactiveerd.

Rechtbank Overijssel stelt dat sprake is van een onevenredige wanverhouding tussen de naheffingsaanslag parkeerbelasting als preparatoire sanctie en de negatieve gevolgen van het te corrigeren bedrag voor de burger dat de naheffingsaanslag verlaagd moet worden. Het bedrag van de naheffingsaanslag is ruim 224 maal de door de heffingsambtenaar gederfde belasting. De heffingsambtenaar was wel bevoegd om de naheffingsaanslag op te leggen omdat er door belanghebbende te lang is gedaan om te voldoen aan haar belastingplicht. Belanghebbende had bijvoorbeeld telefonisch contact kunnen zoeken met diegene bij wie zij op bezoek ging om te melden dat zij was gearriveerd en de bezoekerspas geactiveerd kon worden. De rechtbank verlaagt de naheffingsaanslag en de gemaakte kosten naar € 15.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 29 december

38

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen