Rechtbank 's-Hertogenbosch acht het niet aannemelijk dat X vóór de parkeercontrole een tweede parkeerkaartje in de auto heeft gelegd dat nog wel geldig was op moment van controle.

Eiser, X, parkeert zijn auto 's avonds 5 mei 2011 op een parkeerplaats in Eindhoven waar parkeerbelasting betaald moet worden. Een parkeercontroleur van de gemeente Eindhoven constateert om 20.16 uur dat in de auto een kaartje ligt met als geldigheidsduur 17.24 – 19.18 uur. In geschil is of de gemeente terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting aan X heeft opgelegd. X stelt dat hij vóór de controle van de parkeercontroleur een tweede betalingsbewijs in het voertuig heeft gelegd dat nog wel geldig was op het moment van controle.

Rechtbank 's-Hertogenbosch acht het niet aannemelijk dat X voor de parkeercontrole een tweede parkeerkaartje in de auto heeft gelegd dat nog wel geldig was. Dat X dit kaartje achteraf heeft overgelegd, is voor de rechtbank onvoldoende. Vanwege de levendige handel in parkeerkaartjes is er meer nodig om de rechtbank ervan te overtuigen dat X aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan. De gemeente heeft met een foto van de voorruit van de auto, een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van de parkeercontroleur en een toelichting op de gevolgde werkwijze bij parkeercontroles voldoende aannemelijk gemaakt dat tijdens de controle geen geldig parkeerkaartje in de auto aanwezig was. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank 's-Hertogenbosch

2

Gerelateerde artikelen