X beschikt over een gehandicaptenparkeerkaart. Hij parkeert zijn auto zonder deze kaart achter de voorruit van zijn auto te plaatsen. Rechtbank Arnhem oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting die de gemeente Nijmegen heeft opgelegd in beginsel terecht is. Op grond van het vertrouwensbeginsel komt de naheffing echter toch te vervallen.

X parkeert zijn auto op 24 mei 2011 op een parkeerplaats in de gemeente Nijmegen waar parkeerbelasting betaald moet worden. De heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen legt X een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. X beschikt over een op zijn naam gestelde Europese gehandicaptenparkeerkaart, maar deze kaart lag op het moment van de naheffing niet zichtbaar in de auto.

Rechtbank Arnhem vernietigt op grond van het vertrouwensbeginsel de aan X opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting. Omdat de gehandicaptenparkeerkaart niet zichtbaar in de auto lag, heeft X geparkeerd in strijd met de op de kaart opgenomen voorwaarde. Daarmee is de naheffingsaanslag in beginsel terecht. Op grond van het vertrouwensbeginsel komt de naheffingsaanslag toch te vervallen. In een eerdere gelijke situatie van X heeft de gemeente in de uitspraak op bezwaar namelijk overwogen dat het achteraf tonen van de gehandicaptenparkeerkaart reden is om de naheffingsaanslag te vernietigen. X kan zich op deze passage met succes beroepen. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Arnhem

2

Gerelateerde artikelen