Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat er sprake is van kwade trouw bij de belastingadviseur van X. Deze heeft ten onrechte een persoonsgebonden aftrekpost in de aangifte van X geclaimd. De kwade trouw wordt aan X toegerekend en de navorderingsaanslag wordt gehandhaafd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

In zijn aangifte IB/PVV 2015 claimt belanghebbende, X, de persoonsgebonden aftrekpost 'uitgaven weekendbezoek ernstig gehandicapte kinderen'. De aanslag wordt conform de aangifte opgelegd. Vervolgens wordt er onderzoek gedaan naar het aangiftegedrag van de belastingadviseur van X, die voor meerdere personen aangiften met onjuiste aftrekposten heeft gedaan. Nadat de inspecteur X heeft verzocht om nadere informatie betreffende de persoonsgebonden aftrekpost verklaart X dat zijn schoonmoeder in 2015 terminaal ziek was en hij haar ophaalde en terugbracht naar het hospice. Hierop wordt de in geschil zijnde navorderingsaanslag IB/PVV 2015 opgelegd, waarbij de aftrekpost wordt gecorrigeerd. In geschil is of de inspecteur mocht navorderen.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2020/2005) heeft de belastingadviseur van X ten onrechte een persoonsgebonden aftrek geclaimd omdat X niet voldoet aan de voorwaarden voor aftrek van kosten van weekendbezoek gehandicapten. De belastingadviseur had moeten onderzoeken of X in aanmerking kwam voor deze aftrekpost. Gelet ook op de resultaten van het onderzoek door de Belastingdienst is volgens het hof sprake van voorwaardelijk opzet en dus kwade trouw bij de belastingadviseur. Deze kwade trouw wordt aan X toegerekend. De inspecteur mocht navorderen. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.25

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 maart

46

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen