Hof Arnhem-Leeuwarden bepaalt dat X niet voldoet aan de bewijslast voor aftrek van de premies voor inkomensvoorziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X verhuist in 2012 van Duitsland naar Nederland. In zijn aangifte inkomstenbelasting brengt hij premies voor inkomensvoorziening in aftrek. In de jaren 2012 en 2013 is de aftrek van deze premies overgenomen bij het geautomatiseerd opleggen van de definitieve aanslag. Voor het jaar 2014 vraagt de inspecteur informatie op over deze premies, te weten de polissen en de afschriften waaruit blijkt dat de premies door belanghebbende zijn betaald. Deze informatie verstrekt X niet. De inspecteur weigert de aftrek van de premies voor de betreffende jaren. X voert aan dat hij de polissen en de rekening afschriften niet meer kan verkrijgen. In geschil is of de aftrek van de premies terecht is afgewezen.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/31.1.1) bepaalt dat de premies voor inkomensvoorziening niet in aftrek kunnen worden gebracht. De bewijslast ligt bij X. Aangezien X de polissen en het bewijs niet kan overleggen dat de premies daadwerkelijk zijn betaald, voldoet X niet aan zijn bewijslast.

X gaat in cassatie, maar legt geen toereikende volmacht over. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.126

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 30 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen