Hof Amsterdam oordeelt evenals Rechtbank Noord-Holland dat de inspecteur het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X maakt bezwaar tegen een aanslag IB/PVV 2015. In geschil is of de inspecteur het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2021/905) oordeelt evenals Rechtbank Noord-Holland dat de inspecteur het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. X heeft haar bezwaar niet gemotiveerd en heeft van de inspecteur meerdere malen de gelegenheid gekregen om dit verzuim te herstellen. Van deze mogelijkheid heeft X geen gebruik gemaakt. De rechtbank achtte het niet aannemelijk dat X de brieven van de inspecteur (die driemaal zijn verstuurd) niet heeft ontvangen. Het hof stemt in met het oordeel en de overwegingen van de rechtbank. X heeft in hoger beroep enkel een grief tegen de hoogte van de aanslag naar voren gebracht en geen grief tegen de beslissing van de inspecteur over de ontvankelijkheid. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 30 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen