Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verkoopcommissie niet aftrekbaar is, omdat de 'bemiddelaar' het overgrote deel heeft doorbetaald aan een vennootschap waarvan X zelf de enige aandeelhouder was. De boete is ook terecht, omdat X opzettelijk en listig een onjuiste aangifte heeft gedaan.

X exploiteert een gespecialiseerd montagebedrijf voor de bouw. Hij koopt op een veiling een kostbare machine voor € 47.676. Kort daarna zet X met behulp van het Haags Juristen College een buitenlandse structuur op, waarvan hijzelf als uiteindelijk gerechtigde fungeert. In 2014 wordt de machine verkocht voor $ 300.000. In geschil is of X in zijn IB-aangifte over 2014 terecht een verkoopcommissie heeft afgetrokken van € 122.130 ($ 135.000). In 2018 corrigeert de inspecteur de aftrek door middel van navordering, waarbij tevens een 75% vergrijpboete van € 40.962 is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verkoopcommissie niet aftrekbaar is, omdat de 'bemiddelaar' $ 120.000 heeft doorbetaald aan een vennootschap waarvan X zelf de enige aandeelhouder was. Conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur is een boete van € 27.478 passend en geboden. X heeft namelijk opzettelijk en listig een onjuiste aangifte gedaan. Er is geen reden om de boete verder te verlagen, ondanks dat X inmiddels dakloos zou zijn. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn wordt de boete wel met 15% gematigd en krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1500. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 30 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen