X ontvangt een aanslagbiljet gemeentebelastingen met daarop twee aanslagen gebruikersbelasting OZB ter grootte van nihil. Enkele dagen later krijgt X een nieuw aanslagbiljet met daarop de aanslagen voor de juiste bedragen. Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat deze twee nieuwe aanslagen, zij het als navorderingsaanslagen, in stand kunnen blijven.

X, een stichting, ontvangt een aanslagbiljet gemeentelijke belastingen van de gemeente Heerenveen met als dagtekening 28 februari 2011. De aanslag bevat onder meer twee aanslagen gebruikersbelasting OZB ter grootte van nihil. Met dezelfde dagtekening ontvangt X een tweede aanslagbiljet met de tekst "het tweede aanslagbiljet" waarin voor de OZB gebruikersbelasting bedragen zijn opgenomen van € 927 respectievelijk € 166,14. In geschil is of de heffingsambtenaar bevoegd was in het tweede aanslagbiljet twee nieuwe aanslagen OZB gebruikersdeel op te leggen.

Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de gemeente na de eerste (foutieve) primitieve aanslagen nieuwe aanslagen OZB gebruikersbelasting mocht opleggen tegen de juiste bedragen. Volgens vaste jurisprudentie kunnen de aanslagen als tweede primitieve aanslagen niet in stand blijven. De rechtbank overweegt echter dat de aanslagen als navorderingsaanslagen wel in stand kunnen blijven omdat voldaan is aan de voorwaarden van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR. De eerste aanslagen waren namelijk meer dan 30% te laag vastgesteld en dit was redelijkerwijs kenbaar voor X.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Leeuwarden

0

Gerelateerde artikelen