In de nota naar aanleiding van het nader verslag bij het Belastingplan 2019 beantwoordt de Staatssecretaris van Financiën vragen vanuit de Tweede Kamer over de correctie van het box 2-tarief en het verkorten van de maximale looptijd van de 30%-regeling.

Volgens de staatssecretaris is de gemiddelde belasting- en premiedruk tot een brutowinst van circa € 200.000 voor een IB-ondernemer lager dan die van een dga, uitgaande van een onmiddellijke en volledige winstuitkering. De dga heeft echter de mogelijkheid om de aanmerkelijkbelangheffing uit te stellen, waardoor de gemiddelde belasting- en premiedruk van de dga lager kan liggen dan die van de IB-ondernemer. Bij de verhoging van het box 2-tarief is er niet gekozen voor compartimenteren van winstreserves. Dit is namelijk zeer complex in de uitvoering voor de Belastingdienst.

Door de keuze alsnog overgangsrecht op te nemen hebben partijen meer tijd om te anticiperen op de voorgestelde verkorting van de looptijd van de 30%-regeling. Het overgangsrecht geldt voor ingekomen werknemers voor wie de 30%-regeling door de voorgestelde verkorting zou eindigen in de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. Het overgangsrecht geldt ook als de werkgever niet het forfait toepast, maar de werkelijke extraterritoriale kosten vergoedt.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2018

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 6 november

Focus: Focus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen