Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen bouwterrein heeft geleverd en dat de voorbelasting dan ook ten onrechte in aftrek is gebracht. Dat de intentie bestond om de locatie als bouwgrond te leveren, is niet voldoende.

Belanghebbende, stichting X, sluit ter zake van een van haar ziekenhuislocaties een koopovereenkomst met Q. Hierbij wordt de intentie uitgesproken om een bouwterrein aan Q te leveren. Hiertoe worden enkele opstallen gesloopt. De inspecteur is echter van mening dat geen bouwterrein is geleverd en dat X daarom ten onrechte voorbelasting in aftrek heeft gebracht.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen bouwterrein heeft geleverd en dat de voorbelasting dan ook ten onrechte in aftrek is gebracht. Dat de intentie bestond om de locatie als bouwgrond te leveren, is niet voldoende. Vereist is dat de sloop voor rekening en risico van X heeft plaatsgevonden, en dat is niet aannemelijk. De rechtbank wijst er daarbij op dat uit de koopovereenkomst, de akte van levering en de sloopovereenkomst juist uitdrukkelijk volgt dat de sloop voor rekening en risico van de koper zou komen. Dat de aanvraag bij de gemeente voor de sloop door X is ingediend, is onvoldoende voor het oordeel dat de sloopwerkzaamheden voor rekening en risico van X zijn gekomen. De naheffingsaanslag blijft in stand.

Lees ook het thema De levering van een bouwterrein: btw of overdrachtsbelasting?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 29 juli

58

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen