Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar niet verplicht is in de bezwaarfase de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de gemachtigde te zenden.

Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2019 van zijn woning. Ook klaagt X dat de heffingsambtenaar niet de gevraagde gegevens (onder andere grondstaffel, indexeringspercentage referentiewoningen) aan zijn gemachtigde heeft verstuurd.

Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar niet verplicht is in de bezwaarfase de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de gemachtigde te zenden. Het inzagerecht is voldoende. De heffingsambtenaar heeft met de verstrekking van het taxatieverslag aan X in de bezwaarfase voldaan aan zijn verplichtingen op grond van artikel 40 Wet WOZ. Het hof verwijst naar zijn eerdere uitspraak van 22 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:499, V-N Vandaag 2022/521. Ook na de wijziging van art. 40 Wet WOZ per 1 oktober 2016 en de invoering van art. 40a Wet WOZ per diezelfde datum zijn doel en strekking van art. 40 lid 2 Wet WOZ hetzelfde gebleven. Dat betekent dat iedereen die een WOZ-beschikking heeft gekregen een taxatieverslag kan opvragen bij de gemeente, ongeacht of de WOZ-beschikking betrekking heeft op een woning of een niet-woning. Het hof corrigeert op dit punt het oordeel van de rechtbank. In navolging van de rechtbank oordeelt het hof vervolgens dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Wet waardering onroerende zaken 40

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 29 juli

36

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen