Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de ontvanger aantoont dat sprake is van onbehoorlijk bestuur door X. A bv heeft namelijk betalingen aan gelieerde partijen verricht, terwijl de volgens de aangiften loonheffing verschuldigde belastingbedragen niet werden betaald.

Naar aanleiding van het uitblijven van de op aangiften verschuldigde loonheffingen legt de inspecteur LB-naheffingsaanslagen tot een bedrag van € 422.165 op aan A bv, dat een uitzendbureau exploiteert. Omdat de naheffingsaanslagen niet worden betaald, stelt de ontvanger belanghebbende, X, aansprakelijk, omdat hij sinds 2 mei 2011 bestuurder van A bv is. X is het hier niet mee eens.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de melding betalingsonmacht van 19 november 2013 voor tijdvak 9 niet als tijdige melding kan worden aangemerkt. De termijn voor een tijdige melding betalingsonmacht voor tijdvak 1309 eindigde namelijk op 22 oktober 2013. Voor een bedrag van € 108.383 is X dan terecht als bestuurder aansprakelijk gesteld. Omdat de meldingen betalingsonmacht voor de tijdvakken 1310 tot en met 1402 wel tijdig zijn, rust voor het resterende bedrag de bewijslast op de ontvanger dat sprake is van onbehoorlijk bestuur door X. Daarin is de ontvanger volgens het hof geslaagd. Van belang daarbij is dat A bv met de overdracht van haar uitzendactiviteiten heeft besloten om haar activiteiten te beëindigen. Verder heeft A bv betalingen verricht aan schuldeisers die gelieerd zijn aan haarzelf dan wel aan niet‑gelieerde schuldeisers, maar waarbij X een persoonlijk belang heeft, terwijl de volgens de aangiften loonheffing verschuldigde belastingbedragen niet werden betaald. X is ook terecht aansprakelijk gesteld voor het restant van het bedrag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 20 januari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen