Naar aanleiding van een onderzoek naar het aangiftegedrag van de medewerkers van het kantoor van de gemachtigde van X, stelt de inspecteur vragen aan X over de in de aangiften afgetrokken kosten. De inspecteur legt vervolgens IB-navorderingsaanslagen 2012 - 2015 op. In hoger beroep is in geschil of X recht heeft op aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van kinderen en aftrek van rente en kosten ten aanzien van een door hem afgesloten lening. Niet is meer in geschil dat X in aanmerking komt voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van de kosten van levensonderhoud van kinderen. De blote stelling van X dat hij voldoende kosten maakt omdat zijn kind drie dagen per week bij hem verblijft, is daartoe onvoldoende. De maandelijkse storting van € 150 op de spaarrekening is in dat kader ook niet voldoende, omdat deze bedragen niet zijn bedoeld, en ook niet zijn aangewend, voor het levensonderhoud in de jaren van de stortingen. Ook heeft de inspecteur de aftrek van de kosten in verband met de lening voor de garage terecht geweigerd. De garage is namelijk geen aanhorigheid van de woning van X. Wel is het eigenwoningforfait te hoog vastgesteld, omdat X het forfait bij zijn inkomen heeft opgeteld.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.14