Hof Den Bosch oordeelt dat niet met de kosten van de hennepkwekerij rekening gehouden hoeft te worden. X is onherroepelijk veroordeeld wegens medeplegen van opzettelijk handelen met een in de Opiumwet gegeven verbod.

Belanghebbende, X, krijgt een navorderingsaanslag en een vergrijpboete opgelegd van € 2.760. De aanslag is opgelegd in verband met het niet aangeven van inkomsten uit een hennepkwekerij. X vecht de opgelegde aanslag aan.

Hof Den Bosch oordeelt dat X de vereiste aangifte niet heeft gedaan en dat X niet heeft doen blijken dat en in hoeverre de uitspraak op bezwaar onjuist is. Het Hof oordeelt verder dat het beroep van X dat de inspecteur bij de berekening van de opbrengst van de hennepkwekerij rekening moet houden met de gemaakte kosten, faalt. X is onherroepelijk veroordeeld wegens medeplegen van opzettelijk handelen met een in de Opiumwet gegeven verbod, zodat artikel 3.14 Wet IB de aftrek van kosten verhindert. Het hof acht de schatting van de opbrengst uit de hennepkwekerij redelijk en de vergrijpboete van 50% passend en geboden. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.14

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 9 december

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen