Aan belanghebbende, X, is met dagtekening 11 april 2015 een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. De gemachtigde van X faxt op 24 mei 2015 een bezwaarschrift tegen deze naheffingsaanslag naar een willekeurig faxnummer van de gemeente. Per brief van 31 december 2015, ingekomen bij de gemeente op 6 januari 2016, stelt X de gemeente in gebreke voor het niet tijdig beslissen op bezwaar tegen deze naheffingsaanslag. De gemeente stelt nooit een bezwaar van X te hebben ontvangen. De gemachtigde stuurt de gemeente vervolgens een afschrift van het faxbericht dat hij op 24 mei 2015 heeft verstuurd. Volgens de heffingsambtenaar is het gebruikte faxnummer niet bij de gemeente in gebruik is staat het ook niet vermeld op het aanslagbiljet of het duplicaat daarvan.
Volgens het hof is sprake van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door (de gemachtigde van) X. Daarom geldt als tijdstip van indiening van het bezwaarschrift niet het tijdstip van indiening op een willekeurig faxnummer van de gemeente. Het bezwaar is niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding. Naar aanleiding van het cassatie-beroep van X neemt Advocaat-Generaal (A-G) IJzerman een conclusie.
Volgens de A-G heeft het hof terecht, op basis van de optelsom van het handelen van (de gemachtigde van) X kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht aangenomen. De heffingsambtenaar hoefde zich niet op dat standpunt te stellen. De rechter vult de rechtsgronden immers zelf aan. Een toetsing aan het leerstuk van misbruik van recht, behoort (inderdaad) tot het recht. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:69
Algemene wet bestuursrecht 6:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 10 juli