De geldverstrekking door X aan zijn bv kwalificeert volgens hof – door het ontbreken van een terugbetalingsverplichting – civielrechtelijk niet als lening. X kan het verlies op de geldverstrekking dan niet in aftrek brengen.

Belanghebbende, X, stelt in 2005 € 22.000 ter beschikking aan A bv. Over een eventuele terugbetaling, dan wel rentebetaling, worden geen afspraken gemaakt. Ook worden er geen zekerheden gesteld. In 2007 neemt X voor € 3.000 een belang van 16,67% in A bv. A bv wordt in 2008 failliet verklaard. X brengt vervolgens het bedrag van € 22.000 als verlies op ter beschikking gesteld vermogen ten laste van zijn inkomen.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de geldverstrekking civielrechtelijk niet als een lening kwalificeert. Het hof overweegt daarbij dat geen terugbetalingsverplichting overeen is gekomen. Volgens het hof is er dan sprake van een kapitaalverstrekking en niet van een schuldvordering als bedoeld in art. 3.92 Wet IB 2001. Het verlies op de geldlening kan dan volgens het hof niet als verlies uit terbeschikkingstelling van vermogen in aanmerking komen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

Editie: 1 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen