Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat bij betwisting van het ontvangen van een uitnodigingsbrief voor een hoorgesprek, het aan de heffingsambtenaar is om de verzending van de brief aannemelijk te maken.

Belanghebbende gaat in bezwaar tegen een WOZ-beschikking en stelt, naast dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld, dat hij ten onrechte niet is gehoord in bezwaar. De heffingsambtenaar stelt dat belanghebbende per brief is uitgenodigd om gehoord te worden, maar hier geen gehoor aan heeft gegeven. Belanghebbende betwist dat hij deze brief ontvangen heeft.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat bij betwisting van het ontvangen van een uitnodigingsbrief voor een hoorgesprek, het aan de heffingsambtenaar is om de verzending van de brief aannemelijk te maken. Omdat de heffingsambtenaar alleen een afschrift van de brief overlegt en geen nadere stukken waaruit de daadwerkelijke verzending van de brief blijkt, is niet aannemelijk gemaakt dat er gelegenheid is geweest voor de belanghebbende om te worden gehoord en is de hoorplicht geschonden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 2 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen