Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de ontvanger terecht invorderingsrente in rekening heeft gebracht nadat X de naheffingsaanslag niet binnen de afgesproken termijn had betaald.

Aan belanghebbende, X, is een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 300.000. X komt met de ontvanger een betalingsregeling overeen met betrekking tot deze aanslag. Als X niet tijdig de eerste termijn betaalt, trekt de ontvanger het uitstel van betaling in en legt hij een beschikking invorderingsrente op aan X.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de ontvanger terecht invorderingsrente van € 29 in rekening heeft gebracht nadat X de naheffingsaanslag niet binnen de afgesproken termijn had betaald. Het hof verwerpt de stelling van X dat in dit geval het civielrechtelijke aspect prevaleert en hij pas rente verschuldigd is na afloop van de vier afgesproken betaaldata. Het hof stelt vast dat op grond van de afgesproken betalingsregeling X uiterlijk op 30 juni 2013 de eerste (kwartaal)termijn van € 75.000 had moeten betalen. Nu niet in geschil is dat X op 25 juni 2013 slechts een bedrag van € 7800 en dus niet het vereiste bedrag heeft betaald en het verleende uitstel van betaling daarna is ingetrokken, heeft de ontvanger derhalve terecht op grond van art. 28 IW 1990 invorderingsrente in rekening gebracht. De onderliggende naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het jaar 2011 kan in deze procedure niet ter discussie worden gesteld. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 22 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen