Hof Den Haag oordeelt dat X leges moet betalen voor de omgevingsvergunning die is geweigerd. Ook is hij leges verschuldigd voor de aanvraag voor het gebruik van grond in strijd met het bestemmingsplan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X heeft een vrijstaande woning en schuur en vraagt in januari 2020 een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een nieuwe schuur. De gemeente constateert dat ook sprake is van gebruik van grond dat in strijd is met het bestemmingsplan, en breidt de aanvraag op dit punt uit. De gemeente constateert dat de schuur niet mag worden gebouwd en adviseert X de vergunningsaanvraag in te trekken. In maart 2020 wijst de gemeente de vergunningsaanvraag af en brengt € 1.268,80 aan leges in rekening. X gaat in (hoger) beroep tegen deze aanslag.
Hof Den Haag (V-N Vandaag 2022/1399) oordeelt dat de gemeente de aanvraag omgevingsvergunning in behandeling heeft genomen. Dit geldt zowel voor de nieuwe schuur als het gebruik van grond in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente heeft als zodanig een dienst verleend waarvoor leges zijn verschuldigd. De aanslag is derhalve terecht opgelegd. Het hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 27 juni