Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de rekening-courantvordering tussen de bv en X een schijnlening is en dat in werkelijkheid dividend is uitgekeerd. Het hof wijst er hierbij op dat in de administratie van de bv een rekening-courantvordering is vermeld.

X verricht werkzaamheden als tolk via zijn eigen bv. Tussen X en de bv bestaat een rekening-courantverhouding. Eind 2011 verkoopt X zijn aandelen in de bv. In geschil is de omvang van de ab-winst. Volgens X bedraagt de ab-winst € 28.039 en volgens de inspecteur € 183.362. X stelt daarbij dat de opnamen in de rekening-courantverhouding met de bv in de loop van de jaren als dividend moeten worden beschouwd, en dat dit niet meer navorderbaar is.

Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de rekening-courantvordering tussen de bv en X een schijnlening is en dat in werkelijkheid dividend is uitgekeerd. Het hof wijst er hierbij op dat in de administratie van de bv een rekening-courantvordering is vermeld, die ook in de akte van levering van de aandelen van de bv aan Z is opgenomen en de vermelding van schulden aan de bv in een e-mail van X aan zijn voormalige belastingadviseur. Daarbij is niet van belang dat de rekening-courantschuld van X gedurende jaren niet in zijn IB-aangiften was verantwoord. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 11 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen