Belanghebbende, de heer X, en zijn ex-echtgenote waren in 2008 en 2009 vennoten van A vof. In 2010 zijn na een boekenonderzoek aan A vof naheffingsaanslagen btw opgelegd over 2008 en 2009. Na hun echtscheiding is de vof door de ex-echtgenote als eenmanszaak voortgezet. In het echtscheidingsconvenant is bepaald dat de ex-echtgenote de schulden van de vof als haar eigen schulden zal voldoen en dat fiscale claims tot en met 31 december 2010 voor rekening zijn van partijen, ieder voor een gelijk deel. Aangezien het boekenonderzoek lang heeft geduurd en X daardoor veel kosten heeft moeten maken, kreeg X uit coulance een kostenvergoeding van € 5.138. In geschil is of X terecht hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden van de vof en of de ontvanger terecht conservatoir beslag op de schadevergoeding heeft gelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het de ontvanger vrij staat om X hoofdelijk aansprakelijk te stellen. Het gegeven dat de vof later als eenmanszaak is voortgezet door zijn ex-echtgenote, doet daar niet aan af. Het echtscheidingsconvenant is wel bindend voor de partijen, maar niet voor derden. Aangezien de belastingschulden zijn ontstaan in een tijd dat X vennoot was, is X terecht hoofdelijk aansprakelijk gesteld. Hij heeft niet voor betaling gezorgd, zodat ook het belopen van invorderingskosten en invorderingsrente (mede) aan hem te wijten. Het beroep van X is ongegrond. Met betrekking tot het beslag op de schadevergoeding wordt overwogen dat X zich daartoe tot de civiele rechter moet wenden.
Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 18 april