De Hoge Raad oordeelt dat de overdracht van de woning door moeder aan kind, met voorbehoud van een huurrecht met een huursom van minder dan 6% van de WOZ-waarde leidt, tot een fictief legaat.

Belanghebbende, X, koopt op 19 juli 2010 van zijn moeder een woning voor € 117.500 (zijnde de getaxeerde waarde in verhuurde staat op dat moment). De moeder blijft in de woning wonen en betaalt aan X een huursom van € 650 per maand (€ 7800 per jaar). Zowel de waarde in verhuurde staat als de huursom is bepaald door een beëdigd taxateur. In 2011 overlijdt de moeder. De WOZ-waarde van de woning bedraagt voor het kalenderjaar 2010 € 221.000 en voor het kalenderjaar 2011 € 216.000. In geschil is of de inspecteur bij de aanslagregeling erfbelasting van X de woning terecht als fictief legaat heeft aangemerkt op grond van art. 10 lid 3 SW 1956.

De Hoge Raad oordeelt dat de overdracht van de woning door moeder aan kind, met voorbehoud van een huurrecht met een huursom van minder dan 6% van de WOZ-waarde, leidt tot een fictief legaat. Dit volgt rechtstreeks uit de bewoordingen van art. 10 lid 3 SW 1956. X stelt tevergeefs dat deze bepaling buiten toepassing blijft wanneer partijen strikt zakelijk handelen. Uit de parlementaire geschiedenis komt naar voren dat art. 10 lid 3 SW 1956 is ingevoerd om een eenvoudige en toegankelijke regeling tot stand te brengen die ook geldt als zij ertoe leidt dat in individuele gevallen een te hoog of een te laag rendement in aanmerking wordt genomen. De wetgever heeft daarbij scherp willen begrenzen op welke gevallen de bepaling van toepassing is (zie de parlementaire geschiedenis weergegeven in de onderdelen 4.11 en 4.12 van de conclusie van A-G IJzerman, V-N 2015/66.17). In zoverre faalt het middel daarom. De vraag of partijen daadwerkelijk strikt zakelijk hebben gehandeld, behoeft geen behandeling. Ook het beroep van X op een aantal besluiten faalt. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 10-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 11 april

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen