X is het niet eens met een aantal aanslagen die de heffingsambtenaar van belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland hem heeft opgelegd. Hof Den Haag verwerpt het standpunt van X dat de aanslag watersysteemheffing eigenaren aangemerkt moet worden als een zonder het vereiste nieuwe feit opgelegde navorderingsaanslag. Het hof overweegt dat de heffingsambtenaar de bevoegdheid heeft om de watersysteemheffing ingezetenen en de watersysteemheffing eigenaren op één biljet te verenigen. Als de heffingsambtenaar er echter voor kiest om beide aanslagen na elkaar op te leggen en bekend te maken, wil dat niet zeggen dat de als laatst opgelegde aanslag een navorderingsaanslag is.
Advocaat-generaal IJzerman overweegt dat de heffingsambtenaar van het waterschap bevoegd is maar niet verplicht om verschillende heffingen op één aanslagbiljet te verenigen. Als de heffingsambtenaar ervoor kiest de aanslagen na elkaar op te leggen, maakt dat de laatst opgelegde aanslagen nog geen (zonder nieuw feit opgelegde) navorderingsaanslagen. Het eerste middel van X faalt derhalve. Verder overweegt de A-G dat het hof gelet op de verschillen tussen de twee hoger beroepen tweemaal griffierecht heeft kunnen heffen. Dit ondanks het feit dat het hof gezamenlijk uitspraak heeft gedaan in beide zaken. Ook het twaalfde middel faalt. De overige 11 middelen kunnen volgens de A-G, gelet op art. 81 Wet RO, evenmin tot cassatie leiden. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van X ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 11 april