Aan belanghebbende, X, is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X stelt tijdig de parkeerbelasting te hebben betaald via belparkeren. Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat een parkeerder die de parkeerbelasting betaalt via belparkeren een redelijke tijd moet worden gegund om het belparkeren te activeren. De twee minuten die X heeft gedaan over het betalen via belparkeren valt onder deze redelijke tijd. Het is weliswaar mogelijk dat de auto van X al langer geparkeerd stond, maar dit is niet aannemelijk geworden. In het bijzonder is de veronderstelling van de heffingsambtenaar dat X pas is gaan betalen toen zij de controleur zag, in het geheel niet op feiten gebaseerd. De rechtbank benadrukt dat het niet van belang is dat X, zoals de heffingsambtenaar heeft gesteld, niet in de buurt van haar auto was. Het idee van belparkeren is juist dat de parkeerder na het parkeren al lopend het belparkeren kan activeren. Ook als iemand al betalend aan het weglopen is, dient diegene daarvoor een redelijke tijd te worden gegund. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
Editie: 8 september