X vraagt een parkeervergunning aan. De heffingsambtenaar brengt daarvoor parkeerbelasting in rekening voor het tarief van een tweede auto. X bestrijdt dit en geeft aan dat op het adres twee afzonderlijke appartementen worden verhuurd. De huurder van het andere appartement heeft een parkeervergunning naar het tarief van een eerste auto.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gemeente het adres van het appartement van X voor de parkeervergunning terecht niet als afzonderlijk woonadres aanmerkt. In de verordening wordt onder woonadres verstaan een adres dat volgens de BAG een woonfunctie heeft. Het appartement kent geen eigen huisnummer in de BAG-administratie. De raad heeft ervoor gekozen aan te sluiten bij de BAG-administratie, in verband met de parkeerdruk. Onder het oude systeem leidde het maken van een extra woonruimte in een pand namelijk tot verdubbeling van het aantal vergunningen. Dat kan, nu in de verordening is aangesloten bij de BAG, niet meer. De vergunningen van X en zijn buurman zijn dus terecht voor hetzelfde woonadres in de zin van de verordening afgegeven. De aanvraag van X is later ontvangen dan de aanvraag van zijn buurman. De aanslag is terecht opgelegd naar het tarief van een tweede auto.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 10 juli