X exploiteert een attractiepark. Op het bij het attractiepark gelegen parkeerterrein kunnen de bezoekers hun auto parkeren. X bv voldoet 21% btw over het parkeergeld. Volgens X bv is er echter sprake van een samengestelde prestatie met het verlenen van toegang tot het park, zodat het verlaagde btw-tarief van toepassing is. Verder is X van mening dat het parkeren op het parkeerterrein een bijkomende dienst bij het verlenen van toegang tot het park is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlenen van toegang tot het park en het geven van gelegenheid tot parkeren twee verschillende prestaties zijn. De rechtbank verwijst daarbij naar de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU. Verder is de rechtbank ook van mening dat het parkeren op het parkeerterrein geen bijkomende dienst is bij het verlenen van toegang tot het park. De rechtbank overweegt daarbij dat het gelegenheid geven tot parkeren voor de modale bezoeker van het park als uitgangspunt een doel op zich is. Op het parkeren is het tarief van 21% van toepassing. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9