Volgens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de staatssecretarissen van Financiën is het niet eenvoudig snel passende oplossingen te bedenken voor de duizenden mensen met een inkomen onder bijstandsniveau. Dit komt omdat complexe regelingen niet goed op elkaar aansluiten. Dat hebben de bewindslieden geantwoord op Kamervragen.

Tweede Kamerlid Maatoug (Groenlinks) vraagt de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de staatssecretarissen van Financiën om een structurele oplossing voor de duizenden gezinnen en alleenverdieners die onder het niveau van een bijstandsuitkering leven doordat complexe regelingen niet goed op elkaar aansluiten. Ook wil zij weten of een lagere arbeidskorting mogelijk is en de algemene heffingskorting omhoog kan.

In de periode 2011 tot en met 2023 steeg de maximale arbeidskorting van € 1.574 naar € 5.052 en zijn de totale kosten voor dit fiscale voordeel opgelopen van € 10,2 tot € 31,3 miljard. Werkenden profiteren van deze verhoging en werkenden met lage inkomens het meest.

De bewindspersonen vinden het niet wenselijk om de arbeidskorting te verlagen en de maximale heffingskorting te verhogen. “Daarmee wordt in het algemeen werken en specifiek gaan werken vanuit de bijstand minder lonend". Verdere afbouw van de algemene heffingskorting is nodig omdat het dan nog meer loont om vanuit de bijstand te gaan werken. De bewindslieden vinden dat een passende oplossing wenselijk en dringend is. Het is daarbij van belang om zeker te hebben dat oplossingsrichtingen deze mensen daadwerkelijk verder helpen. Ondertussen moet het mogelijk zijn voor gemeenten om ondersteuning te bieden aan getroffen mensen die in de knel komen, totdat een oplossing voorhanden is. Vooralsnog gaan zij uit van gemeentelijke ondersteuning aan beperkte aantallen huishoudens, waardoor er geen extra middelen vrijgemaakt hoeven te worden.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 26 mei

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen