Belanghebbende, de heer X, is gehuwd en heeft acht kinderen. X ontvangt in 2013 voor diverse kinderen en zijn echtgenote persoonsgebonden budgetten (PGB) van in totaal € 39.470. Bij controle blijkt dat de zorgbehoeften van deze gezinsleden verzonnen zijn. In zijn IB-aangifte over dat jaar heeft X zijn PGB-inkomsten ook niet opgegeven. In geschil is of de PGB-inkomsten door de inspecteur terecht zijn belast als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). Volgens X is het onzin om de PGB-inkomsten te belasten, omdat nu al vaststaat dat deze moeten worden terugbetaald aan het zorgkantoor.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het onder valse voorwendselen aanvragen van de PGB's is aan te merken als het verrichten van werkzaamheden in het economische verkeer. Aangezien er in 2013 geen terugbetalingsverplichting bestaat, kan deze in negatieve zin ook nog niet worden verrekend. X stelt vergeefs dat de inspecteur niet kan terugkomen op de minnelijke schuldregeling die X op 22 februari 2016 met de Belastingdienst heeft gesloten. Deze is namelijk met de ontvanger gesloten en niet met de inspecteur. Bovendien geldt de minnelijke regeling alleen voor belastingschulden tot en met 4 december 2015 en niet van daarna. De beroepen van X zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Sociale zekerheid algemeen, Sociale zekerheid bijstand
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 5 oktober