Gemeente X dient voor de jaren 2012 - 2016 maandaangiften omzetbelasting in en ontvangt bijdragen uit het BTW-compensatiefonds. Om de omvang van het recht op aftrek en het recht op een bijdrage uit het BCF vast te stellen, past X een verdeelsleutel (mengpercentage) toe. Door wijzigingen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten wordt een nieuwe methodiek voor de berekening van het mengpercentage toegepast en wijzigt het mengpercentage. Verder laat X ook haar administratie onderzoeken en worden diverse prestaties opnieuw beoordeeld. Ook dit leidt tot correcties voor de Wet OB 1968 en het BCF. In 2020 verstrekt de inspecteur BTW-teruggaven en vergoedt daarbij belastingrente. X verzoekt de ontvanger vervolgens om vergoeding van invorderingsrente op grond van art 28c IW (Irimie-rente) in verband met deze teruggaven. De ontvanger wijst dit verzoek af. Volgens hem is namelijk geen sprake van in strijd met het EU-recht geheven belasting.
Rechtbank Gelderland stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. De rechtbank wil weten of recht bestaat op vergoeding van vertragingsrente wanneer een belastingteruggaaf het gevolg is van vergissingen in de administratie van de belastingplichtige en waarvan de inspecteur geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Ook stelt de rechtbank een vraag over de situatie waarin de teruggaaf het gevolg is van een herberekening van de verdeelsleutel voor de aftrek van BTW op algemene kosten, zoals bij X het geval is. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat de vragen zijn beantwoord.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland