De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJ EU in het kader van de premieplicht in Nederland van Rijnvarende X.

X woont in Nederland en is in loondienst werkzaam bij A, een in Luxemburg gevestigd bedrijf. X betaalt daar sociale premies. Het eerste halfjaar van 2007 werkt X als kapitein op een binnenvaartschip, waarvoor in Nederland een Rijnvaartverklaring is afgegeven. In geschil is of X voor deze periode in Nederland verplicht verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen en de zorgverzekering. Volgens Hof 's-Gravenhage is X aan te merken als Rijnvarende in de zin van het Rijnvarendenverdrag. Op grond van dit verdrag is de socialezekerheidswetgeving van Nederland op hem van toepassing. Aan de E 101-verklaring kan volgens het hof geen waarde worden gehecht aangezien zij is afgegeven op grond van Verordening nr. 1408/71. X komt in cassatie. De Hoge Raad besluit om naar aanleiding van een uitspraak van Hof 's-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2014:248) over te gaan tot het stellen van de volgende prejudiciële vragen: 1. Moet de Hoge Raad, als hoogste nationale rechter, in een prejudiciële vraag gesteld door een lagere nationale rechter aanleiding zien om een prejudiciële vraag aan het HvJ  EU voor te leggen of de beantwoording van die door de lagere nationale rechter gestelde vraag af te wachten, ook indien hij van oordeel is dat sprake is van een 'acte clair'? 2. Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord, zijn de Nederlandse autoriteiten op het gebied van de sociale zekerheid dan gebonden aan een door een autoriteit van een andere lidstaat afgegeven E 101-verklaring, zelfs als sprake is van een Rijnvarende zodat de regels over de toepasselijke wetgeving in de Verordening nr. 1408/71, waarop die verklaring betrekking heeft, op grond van artikel 7, lid 2, aanhef en letter a, van die verordening toepassing missen? De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het HvJ EU uitspraak heeft gedaan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 267

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Premieheffing

Instantie: Hoge Raad

Editie: 31 maart

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen