De heer X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. In 2005 werkt X vanaf 1 februari 2005 in loondienst op drie verschillende binnenvaartschepen met een Rijnvaartverklaring. De werkgevers van X zijn steeds gevestigd in Luxemburg. X beschikt over een door de Luxemburgse autoriteiten afgegeven E-106 verklaring (EG-Verordening 1408/71). In deze verklaring staat dat X vanaf 1 februari 2005 in Luxemburg is verzekerd tegen ziektekosten. In geschil is of X in aanmerking komt voor de vrijstelling van premieheffing voor de Nederlandse volksverzekeringen.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat het Rijnvarendenverdrag van toepassing is en dat daarom geen waarde kan worden gehecht aan de E-106 verklaring. Het maakt niet uit dat niet steeds daadwerkelijk op de (geografische) Rijn is gevaren. Op de inspecteur rust echter de bewijslast dat de werkelijke exploitanten van de schepen in Nederland zijn gevestigd. In twee gevallen slaagt de inspecteur daarin. In het derde geval is het onderzoek namelijk te summier geweest. X valt dus onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van 1 februari 2005 tot en met 6 september 2005 en van 30 november 2005 tot en met 31 december 2005. Het beroep van X is deels gegrond.