Belanghebbende, X, woont in Nederland en is in het jaar 2006 als stuurman werkzaam op het binnenvaartschip motorschip A (hierna: het schip). X staat dat jaar op de loonlijst van B, een vennootschap opgericht naar Luxemburgs recht. De eigenaar van het schip in 2006 is E die in Nederland woont. Het Nederlandse ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft aan E een rijnvaartverklaring voor het schip afgegeven. Ten name van X is door de Luxemburgse autoriteiten een zogenoemde E-106-verklaring afgegeven op 10 mei 2004. X heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2006 verzocht om vrijstelling voor de premie volksverzekeringen. De inspecteur heeft de gevraagde vrijstelling niet verleend. X komt in beroep. In geschil is of X in het jaar 2006 in Nederland premieplichtig is voor de premies volksverzekeringen.
Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van X ongegrond. X is op grond van het Verdrag rijnvarenden in Nederland premieplichtig voor de volksverzekeringen nu de eigenaar/exploitant van het schip waarop X zijn werkzaamheden uitoefent, in Nederland woont. Aan de E-106-verklaring komt geen betekenis toe. Deze verklaring is namelijk afgegeven op grond van Verordening 1408/71. Artikel 7 van deze Verordening regelt echter dat niet de Verordening, maar het Verdrag rijnvarenden van toepassing is.