Op Prinsjesdag is het pakket Belastingplan 2018 bij de Tweede Kamer ingediend door het demissionaire kabinet. Het pakket bestaat uit vier wetsvoorstellen. Het gaat om het Belastingplan 2018, de Overige fiscale maatregelen 2018, de Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling en de Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling. Hieronder behandelen wij het wetsvoorstel inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling.

Algemeen

Met dit wetsvoorstel beoogt het kabinet zowel een aanscherping als versoepeling van de dividendbelasting. Zo wordt voorgesteld om de groep belastingplichtigen uit te breiden met gerechtigden tot de opbrengst uit hoofde van kwalificerende lidmaatschapsrechten in houdstercoöperaties die in Nederland zijn gevestigd, en wordt voorgesteld om de inhoudingsvrijstelling uit te breiden richting derde landen waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten dat voorziet in een dividendbepaling.

Inhoudingsplicht houdstercoöperaties

  • Om te voorkomen dat het reële coöperatieve bedrijfsleven geraakt wordt, wordt een houdstercoöperatie gedefinieerd als een coöperatie waarvan de feitelijke werkzaamheid hoofdzakelijk bestaat uit het houden van deelnemingen of het direct of indirect financieren van met haar verbonden lichamen of natuurlijke personen;
  • De houdstercoöperatie wordt alleen inhoudingsplichtig voor zover sprake is van kwalificerende lidmaatschapsrechten;
  • Als het lidmaatschapsrecht betrekking heeft op ten minste 5% van de jaarwinst van een coöperatie dan wel op ten minste 5% van wat bij liquidatie van die coöperatie wordt uitgekeerd, is er pas sprake van kwalificerende lidmaatschapsrechten.

Uitbreiding inhoudingsvrijstelling

  • De inhoudingsvrijstelling wordt uitgebreid richting derde landen;
  • De uitbreiding van de inhoudingsvrijstelling richting derde landen geldt alleen als er (kort gezegd) sprake is van een met Nederland gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting, en in dat verdrag een dividendbepaling is opgenomen;
  • Een ongelimiteerde doorstroom van vrijgestelde dividenden acht het kabinet namelijk niet wenselijk;
  • De inhoudingsvrijstelling mist toepassing als sprake is van misbruik;
  • De in het wetsvoorstel opgenomen nieuwe nationale antimisbruikbepaling is in lijn met de algemene internationale antimisbruikbepalingen;
  • Er is sprake van misbruik als (kort gezegd) de aandelen in de in Nederland gevestigde vennootschap of houdstercoöperatie worden gehouden met als hoofddoel om de heffing van dividendbelasting bij een ander te ontgaan en er sprake is van een kunstmatige constructie of transactie.

Internetconsultatie

De internetconsultatie heeft tot de volgende aanpassingen geleid:
  • belastingplichtigen krijgen drie maanden de tijd om aan de twee nieuwe substancevoorwaarden te voldoen (loonkostencriterium en de eigen kantoorruimte);
  • onder voorwaarden komen hybride entiteiten in aanmerking voor de inhoudingsvrijstelling;
  • de buitenlandse ab-regeling vindt alleen nog toepassing in situaties waarin sprake is van het ontgaan van inkomstenbelasting;
  • gehele of gedeeltelijke teruggaaf van inleggelden door een coöperatie behoort niet tot de opbrengst. 
Het wetsvoorstel treedt per 1 januari 2018 in werking.

Bronnen:

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2017

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 19 september

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen